Huis te Linschoten is in 1638 - 1647 gebouwd door Johan Strick en heeft een bijna vierkant oppervlak van 18 x 20 meter. Het huis is in de loop der eeuwen meermaals verbouwd en gerestaureerd. Het is in bezit geweest van meerdere families.
Aan de voorzijde staan twee torens. Deze sprongen oorspronkelijk uit het ontwerp, maar omdat in 1720 het voorste gedeelte van het huis met een verdieping werd verhoogd, vallen ze nu minder op.
Het huis heeft een neogotische schoorsteenmantel die is ontworpen door Jan David Zocher en een 17e-eeuwse schouw. De bibliotheek heeft een geheime deur die gecamoufleerd is met boekenruggen.
In 1991 werd het Huis te Linschoten voor het eerst geopend voor publiek.
Het Huis te Linschoten ligt in een door landschapsarchitect Jan David Zocher in 1834 heringericht park dat met een buitengracht is omzoomd. Door het parkbos slingert een kunstmatig aangelegd water. Er zijn veel bijzondere planten te vinden, zoals daslook, aronskelk, vogelmelk en wilde hyacinten. Het landgoed is thans in zijn geheel beschermd natuurgebied en kan helaas niet worden bezocht.
In het zuidelijk gedeelte van het park ligt een kunstmatig aangelegde heuvel uit 1835 met daarin een ijskelder, waarin 100 ton ijs een jaar kon worden bewaard. Boven in de heuvel is een vulopening gemaakt in het bakstenen gewelf, dat 6 meter diep is en ter isolatie dubbele spouwmuren en een 10 cm dikke deur heeft.
In 1952 werd de 17e-eeuwse duiventoren herbouwd. Postduiven werden vroeger gehouden om mee te nemen op reis, zodat ze berichten konden overbrengen naar het Huis. Ook werd de duif als delicatesse beschouwd. Het houden van duiven was een privilege dat alleen was weggelegd voor de rijken, omdat de duiven veel zaden van de akkers opeten.
Het toegangshek tot het parkbos stamt uit 1725 en heeft siervazen in de Lodewijk XIV-stijl. Dit is de enige plek die veelvuldig als foto-locatie wordt gebruikt door bruidsparen. Samen met het prachtige Linschotense Bos is het unieke locatie voor prachtige foto’s.